Tag Archives: regen

Wat een dagen

16 jun

Daar staan we dan in het ziekenhuis. M’n zus ligt aangekleed in het bed. Naast haar op een draaibaar tafeltje ligt haar dochtertje. Hartstikke mooi, hartstikke dood. Haar huid zo wit als sneeuw en haar lippen rood als bloed. En zoals bij alle kleine babietjes verbaas ik me over de kleine vingertjes, zo tenger en haar nageltjes. Zo knap dat alles in zo’n klein babietje zit. Maar ergens is er dus iets niet goed gegaan. De artsen hebben al een vruchtwaterpunctie genomen. Ze nemen bloed af, kijken naar de navelstreng en de placenta. Alles zag er goed uit. Ik maak foto’s van haar. M’n zusje kijkt trots toe en mijn hart vult zich met liefde voor haar en haar prachtige doodgeboren kindje. Wat heeft ze het goed gedaan, mijn zus. Ga er maar eens aanstaan. Zo’n bevalling terwijl je weet wat je te wachten staat. Dat je je dode dochter ziet. Geen gekrijs, geen gelach en gefeliciteerd, geen beschuit met muisjes, helemaal niks van dat alles, gewoon de rauwe realiteit op je dak. Maar zij deed het en hoe. Zij kreeg weeën en het bleken persweeën en binnen het uur was het gebeurd. Kindje geboren. Zo knap van haar dat je zo sterk kan zijn als het moet, als het erop aankomt.

Eenmaal bij haar thuis komt de baby in het wiegje te liggen op ijs. En daar zit je dan met z’n allen, we hebben toch maar taart gehaald, het blijft tenslotte een knappe prestatie en ze mag dan niet leven, maar er ligt daar een hele mooie baby in dat wiegje en die is van ons allemaal. Allemaal voelen we het gemis van een dochter, een zus, een kleindochter, een nichtje. We beseffen ons allemaal dat we hier dolgraag in een andere hoedanigheid hadden gezeten. Maar zo is het niet.
Dan komt de uitvaartmevrouw zoals we haar noemen. Met haar wordt een datum en tijdstip afgesproken voor een crematie en allerlei nuttige zaken doorgesproken. We eten nog even met z’n allen en dan ga ik naar huis. Mijn zoon wilde z’n zusje nog even dag zeggen en een knuffel geven. ‘De baby is toch mijn zusje, mam?’ Ik krijg het maar niet uit z’n hoofd, laat ook maar, kus jij je zusje maar gedag.

Moe, gaar, koppijn. Met tranen gevulde ogen rij ik terug naar huis. Wat een verdriet. Thuis mag ik instorten, maar dat gebeurt niet, vandaag gebeurde dat wel.

Door de stromende regen heb ik buiten gelopen. Gehuild en geschreeuwd. Dat luchtte enorm op. Heb m’n verstand op nul gezet en ben als een bezetene gaan klussen in m’n huis. Mooi meegenomen dan maar. Vandaag weer redelijk door de voetbalwedstrijden heen geslapen en morgen weer een nieuwe dag!

Treurig

7 dec

Ik stapte uit de warme, drukke kroeg en belandde in de koude, natte regen. Ik negeerde alle stoplichten en rende over het kruispunt heen naar de bushalte. De bushalte had een klein afdakje. Naast me stond een man te wachten op de bus, we hielden een natuurlijke afstand naar elkaar toe, maar het kleine afdakje bracht ons steeds een stukje dichter bij elkaar. ‘Het blijft de hele week zo regenen’, vertrouwde de man me in gebroken Nederlands toe. ‘Het gaat misschien zelfs wel sneeuwen.’ ‘Treurig weer’, zeg ik terug. ‘Treurig?’, en hij kijkt me  verbaasd aan. ‘Wat betekent dat?’ Ik leg hem uit dat treurig een ander woord voor triest en verdrietig is. Hij is het met me eens. Treurig weer.

Dan grijpt hij in z’n binnenzak en pakt z’n portemonnee. Hij laat me een bonnetje zien van de Blokker en vraagt me wat ‘beschadigd’ betekent. Hij heeft gisteren een strijkijzer gekocht voor z’n vrouw. Mooi woord ook: strijkijzer. En hij kreeg korting, want beschadigd. Maar wat betekent dat nou? Ik leg hem uit dat het gekochte strijkijzer het waarschijnlijk prima doet maar dat er ergens een hoekje of een haakje niet goed zit. Hij schrikt zich rot. ‘Stuk, kapot?’, vraagt hij me. ‘Nee’, antwoord ik, ‘dan zouden ze het niet meer verkopen. Er is iets piepkleins mis en daarom krijg je die korting.’ De man kijkt me aan. ‘Ik ga dat ding morgen terugbrengen naar de Blokker. Ik wil geen beschadigd apparaat, ik wil een strijkijzer dat het doet. Ik dacht dat de korting bedoeld was voor Sinterklaas. Morgen breng ik het terug. Hoe moet ik dat nou aan m’n vrouw vertellen. Treurig nieuws toch?’ ‘Ja’, beaam ik. ‘Treurig nieuws.’

Spitter, spetter, spater

14 jul

Lekker weertje vandaag. Waar ik ’s ochtends nog dacht dat als het vandaag de hele dag zou gaan regenen we een filmpje zouden gaan kijken, zijn we ‘lekker’ de regen in gestapt en hebben we plassen gestampt. Kaplaarzen aan en gaan. Om ons heen was het stil, bijna niemand waagde zich op straat en de mensen die voorbij komen, zijn gehaast, lopen met gebogen hoofd over straat. Maar de mensen die ons zagen spelen, hebben allemaal even opgekeken. Heel kort zag je dan een twinkeling in hun ogen en een glimlach op hun gezicht. Heel even gingen hun gedachten met ons mee, daarna liepen ze weer snel verder hun eigen wereld in. En wij? Wij spetterden gewoon lekker verder.