Archief | juni, 2011

Lege accu toch nog ergens goed voor…

29 jun

Ik heb een conditie van niks. Vandaag op de fiets naar m’n werk gegaan en m’n kind naar de crèche gebracht met de fiets. Dat is ongeveer 45 minuten  fietsen. De heenweg ging lekker snel, ik was er voordat ik het doorhad. Twee enorme joekels van bruggen, maar het ging allemaal oké. Ik was net op tijd op m’n werk. Op de terugweg had ik enorme wind tegen. Heb een half uur gedaan over het stukje naar de crèche, was 7 minuten te laat, dat kost me weer 20 euro. Maar stond daar al vrij uitgeput. Nu heb ik ook al een jaar lang niet langer dan 5 minuten op een fiets gezeten. Nu scheen ook nog de zon fel, had ik alweer twee wijntjes op… En moest ik nog met tegenwind en kind achterop door de weilanden heen naar huis. Daar nog zes trappen beklommen en toen heb ik een kwartier lang uitgeteld op de bank gelegen.

De fiets dus… Dat moet wel onwijs goed voor me zijn. Ga ik vaker doen!

Autopech

28 jun

De buurman belt aan. Hij heeft foto’s voor me. ‘Foto’s’, vraag ik hem. ‘Ja, foto’s van de schade aan je auto.’ ‘De schade aan m’n wat?’ Ik ren naar m’n balkon, maar ik zie niks geks aan m’n auto. Terwijl ik aan het eten koken was, heeft blijkbaar iemand geprobeerd haar auto uit te parkeren, maar dat was niet helemaal gelukt. Gelukkig stond mijn buurman op het balkon om z’n nieuwe camera te testen. Nu heb ik dus een auto ongeluk in 15 pics.

Dat ze m’n auto geraakt heeft mag eigenlijk een wonder heten. Er zat meer dan een meter afstand tussen onze auto’s, aan de andere kant naast haar staat niemand. Onze straat is zo breed dat je helemaal je parkeerplaats uit kunt rijden voordat je een draai hoeft te maken. Haar vriendin is nog wel uitgestapt om haar te dirigeren en nog is ze gebotst.  Gelukkig is de schade niet heel groot en ze heeft een briefje achter gelaten. Maar ik baal er wel van. M’n auto doet het gewoon nog en ik kan er mee rijden, maar het ziet er niet uit en het betekent weer iets te regelen. Nu moet ik op m’n vrije dag naar de tandarts, het belastingkantoor, op ziekenbezoek in het ziekenhuis en naar de garage. Bah!

Update: gisteravond de lichten aan laten staan en nu is m’n accu leeg, zo handig 🙂

Vakantieweer

27 jun

Veels te mooi weer om te bloggen. Zit nog steeds op m’n balkonnetje! Kijken of ik dat boek nou eens uit krijg, 639 pagina’s…

Komt een muisje aangelopen…

25 jun

Ik zit in de bus terug met een big smile op m’n gezicht. Wat een superavond. De avond begon met overheerlijke biertjes ui brouwerij de Prael met vriendinnen. Twee had ik al bijna een jaar niet meer gezien, supergezellig. Daarna snel wat eten en met Marcel naar de comedynight in de sugarfactory. Werkelijk een hilarische avond. We gaan zeker nog een keer en dan blijven we daar om te dansen. Maar nu naar huis gegaan en terwijl ik nog zit na te genieten kijk ik naar de man die voor me zit in de bus. Ik zie alleen zijn achterkant. Zijn colbertje en een klein stukje overhemd dat eruit steekt. Een wit met lichtblauw geruit overhemd, z’n kraag. En dan z’n haar. Z’n  bruine springerige krullen, mooi. En daar tussenin een klein stukje nek. En ik voel de onbedwingbare behoefte om hem daar even te kietelen. Ik hou me in. We maken een bocht. Ik moet me vasthouden om niet tegen de dame naast me aan te glijden. Ik grijp naar de stang voor me en ben nu heel dichtbij zijn haar. Ik hou me in. Hoe zou hij er verder uitzien? Ik ben hem voorbij gelopen toen ik instapte, maar er staat me niets van bij. Ik kijk naar zijn weerspiegeling in het raam, maar ik kan het niet goed zien. Hij hoest even, zag ik daar nou een trouwring of niet? Ik kon het niet goed zien, want ik keek nog via het raam. Sjezus wat oppervlakkig ben ik, maar nu wil ik het toch weten. Hij hoest nog een keer. Nee, geen trouwring. Hij grijpt naast hem. Een Eastpak rugzak. Hij haalt er een flesje water uit en neemt een slok. Mooi horloge en again, sjezus, wat ben ik oppervlakkig. Ik probeer aan iets anders te denken. De bus stopt, er stappen twee mensen in. Die doen er uren over om binnen te komen. Eerst met z’n OV chipkaart, die is leeg, dan betalen, maar de buschauffeur heeft niet genoeg wisselgeld, maar de dame voorin in de bus wil wel helpen en het duurt en het duurt maar. Ik moet er bij de op een na laatste halte uit. De kans is groot dat hij er eerder uit moet, dan kan ik zijn gezicht zien. Het lijkt wel of z’n haar doffer is geworden tijdens de rit, of zijn energie eruit is. Zie je wel, ik ben dronken, die biertjes zijn naar m’n hoofd gestegen. Dan drukt de vrouw naast me op het knopje. Mijn kans! Ik sta voor haar op en doe twee passen naar voren, zodat zij er langs kan en dan zie ik hem. Mooie kop. Wel bleek en hele rode oogjes. Valt me dan pas op dat hij helemaal niet aan het hoesten was, maar aan het gapen. Nu heeft hij mij in de gaten. Hij bekijkt me door het raam. Daardoor is z’n nek iets gedraaid, er komt een muisje aangelopen zo in iemands nekje gekropen! Ik hou me in. We zijn er bijna. Nog één halte. En dan gaat zijn arm naar het knopje. Hij moet er hier uit. Bij mijn halte. We staan tegelijkertijd op, checken tegelijkertijd uit, ik zie dat hij een busabonnement heeft. Hij bekijkt me van top tot teen, we lachen naar elkaar en dan laat hij mij eerst uistappen. Ik stap de nacht in en loop het trappetje op. Hij volgt me niet. Hij moet de andere kant op en steekt de weg over. Ik kijk nog één keer om en hij kijkt naar mij. Hij zwaait heel even kort en dan slaat hij de hoek om. Poeh hee. Leuke jongen. Moet ik vaker doen, met de bus gaan!

Comedy night

24 jun

 Ik was z’n zoveelste volger en daarom heeft hij mij voor 2 personen op de gastenlijst gezet voor z’n voorstelling vanavond. Mijn kans om Marcel eens een avond mee uit te nemen. Marcel is één van m’n beste vrienden en heeft een eigen radioprogramma. Daardoor krijgt hij vaak kaartjes voor concerten of laat hij ons op de gastenlijst zetten voor een club. We gaan ook vaak samen naar de film. Onze ideale avond begint met sushi, dan cocktails drinken en daarna dansen. Dansen tot de lichten aangaan en dan weer met de taxi naar huis.
Vanavond zijn de rollen omgedraaid, nu neem ik hem eens mee. Naar stand-up-comedy dus. Hij was blij verbaasd toen ik ‘m vroeg, dus ik ben heel benieuwd. 
Vanavond eerst wat drinken met m’n vriendinnen, daarna met Marcel de stad in. Het wordt weer een geweldige avond!

Pizzafeest

23 jun

Groot feest vandaag. We aten pizza en die maak ik zelf. De lol begint dus al met de bedenken wat we er op gaan doen. Dan winkelen en het allemaal uitzoeken. Dan naar huis en een schort om en pizza maken. Zelf de tomatensaus erop smeren, beetje op je handen, beetje op je schort, beetje in je mond. En de keuken? Die kon ook nog wel een kleurtje gebruiken. En terwijl ik de enorme troep aan het opruimen ben, staat mijn zoon op een keukentrapje te kijken naar hoe die pizza rondjes draait in onze oven. Vlak voordat de pizza klaar is, roep ik hem nog even bij me. Dan bakken we samen twee eitjes voor bovenop de pizza. En daarna is het smullen geblazen. Een makkelijk recept voor een gelukkig kind.

Woord van de maand

22 jun

Als ik zeg dat er nu een woord is dat elke dag wel tien keer lees, gebruik of hoor terwijl dat twee weken geleden nog niet eens één keer per maand was. Welk woord zou dat dan zijn?

Juist. Nagellak. Sinds ik weer ben gaan bloggen, kom ik ze overal tegen. Beautyblogs met eindeloos veel swatches met de mooiste kleurtjes en zelfs instructies voor een hele verhaallijn op je nagels. Zelf gebruik ik nooit nagellak. Vroeger omdat ik een nagelbijter was, nu omdat ik m’n nagels gewoon niet mooi vind, dan wil ik daar niet het accent opleggen door ze te lakken. Toch heb ik wel nagellak in huis. Geen enkele vrouw kan die kleurtjes in de winkel weerstaan. Ze liggen nu in een sieradenkistje onder in m’n kledingkast.

Mijn zoontje is sinds kort echter ook helemaal gek van nagellak. Hij heeft een nieuwe juf met hele lange nagels, met de elke week weer de mooiste creaties daarop. En met het mooie weer dragen alle juffen Birkenstocks in hele vrolijke kleurtjes met dito nagellak. Tot zover is dat voor hem nog een volwassenending. Niet perse vrouwelijk, meer voor grote mensen. Maar nu hebben zijn nichtje en beste vriendin ook nagellak op en toen kon ik er niet meer omheen. Hij moest en zou ook nagellak op. Tsja… van mij mag ‘ie.

Hij krijgt elke keer een sticker als hij op het potje plast of poept en als hij genoeg stickers heeft mag hij een nagellakkleurtje uitzoeken in de winkel. Hij heeft nu al twee flesjes en is er dolblij mee. (Ik ook, hij is praktisch zindelijk na deze belofte.) Hij laat de hele dag aan iedereen die het wil zijn nieuwe nagels zien. En hij vind dat ik het ook moet dragen en dus siert zijn kleurtje nu ook mijn nagels en heb ik daar nu al een paar keer complimenten over gekregen op mijn werk.

Woord van de maand juni: nagellak. Benieuwd wat we in juli weer gaan meemaken.

De zomer is begonnen

21 jun

Ik wou dat mijn dag er  zo zomers uitzag als deze googlepic, ik zie jammer genoeg alleen maar wolken…

Hope is a good thing

20 jun

Ik ben kapot moe, stuk, verrot. Blijkbaar grijpt zo’n rotdag me meer aan dan ik dacht. Moe, moe, moe, maar verslaafd aan Project Runway en vandaag was de finale… moest ik dus toch even mijn ogen openhouden. En dat wijntje dat naast me staat, helpt me niet.
Het filmpje van gisteren gaat nog een paar keer door mijn hoofd, als de telefoon gaat. Het is Cole. Cole. Cole? ‘Heeeyyyy Cole!’, roep ik. Ik voel weer wat energie terugkomen. ‘Hey liefje, ik mis je, wat ben je aan het doen? Gaat alles wel goed met je? Ik had het gevoel dat je me even nodig hebt.’ Hmmm… goed gevoeld Cole. Jammer dat je niet bij me bent. Hij vertelt dat hij me binnenkort komt verrassen. Ik geloof er niks van, maar het klinkt heerlijk. ‘Als je me toch wilt verrassen, verras me dan op vrijdag. Dan heb ik  kaartjes voor stand-up comedy.’ ‘Daag me niet uit’, zegt hij terug.
Hoop.
‘Hope is a good thing’, heb ik gisteren geleerd in Shawshank Redemption. Dus, CU friday baby!

Vader’drank’dag

19 jun

Ik ben boos, woedend, verdrietig. Ik kan er met m’n hoofd niet bij, wat een whaaarrgh.

Hij is onverwachts langs gekomen. We hadden vandaag wel afgesproken, maar bij z’n ouders en nu staat hij hier in m’n woonkamer. Mijn zoon is dolblij. Vol trots geeft hij z’n zelfgemaakte vaderdagkado aan z’n vader. Samen maken ze het pakje open. Het is een keukenschort met zijn hand- en voetafdrukken in allemaal verschillende kleuren verf. ‘Heb ik gemaakt’, lacht mijn jongen trots. We doen ’m bij papa om en maken een foto. Dat gaat hem opeens te ver. Hij rukt het schort los en smijt het op de grond. Hij schreeuwt dat hij toch geen wijf is. Wij schrikken ons rot. Hij loopt naar de prullenbak, doet de klep onhoog en kijkt wat erin zit. Hij telt de kopjes op mijn aanrecht. ‘Met wie heb je koffie gedronken?’ Hij kijkt in de vaatwasser, in de koelkast. Ik probeer hem tegen te houden, hem rustig te krijgen maar hij duwt me opzij. Hij raast door naar mijn slaapkamer, vindt een pakje condooms en begint te tellen. Hij staat weer op en het schuim staat zowat op z’n mond. Ik hou m’n zoon stevig vast, maar sta te trillen op m’n benen. Ik wil dat hij weggaat, maar hij gaat niet, ik schreeuw dat hij weg moet gaan, maar hij gaat niet. Hij haalt alle make up uit de badkamer en smijt het stuk in de keuken. Hij begint aan m’n parfumflesjes. Ik wil weg, maar ik ben bang dat hij dan m’n hele huis kort en klein slaat. Ik weet niet wat me overkomt. Waarom heb ik hem binnengelaten, hoe kan het zo uit de hand gelopen zijn, wat heb ik verkeerd gedaan? Ik doe de voordeur open, mijn buurvrouw staat al in de deuropening tegenover me. Ze is jammer genoeg zo dement als een deur. Ik zeg haar dat ze de politie moet bellen, 112. Ze loopt naar me toe. Ik schreeuw nu tegen haar dat ze de politie moet bellen. Dat heeft hij gehoord. Hij gooit de laatste la met kleding uit m’n kast, pakt z’n jas en loopt weg. Ik gooi meteen de deur achter hem dicht, hou m’n zoontje stevig vast en beloof mezelf dat ik hem nooit meer m’n huis inlaat. Niet als hij met krukken voor de deur staat, niet als het keihard regent en hij nergens kan schuilen en dus ook niet als het vaderdag is, wij op het punt staan te vertrekken en mijn zoon dolgraag zijn vader wil zien. ‘Niet alle papa’s zijn als Marlin, schatje’, troost ik m’n jongen en samen ruimen we ons huisje op.

Als we een uurtje later naar buiten gaan zien we een lege wodkafles op de trap liggen…